Onderzoekend

Leren wordt bevorderd als onderzoekbare vragen worden gesteld waarvoor gegevens worden verzameld om tot antwoorden te komen.

  • Hoe wordt jouw leerdoel een onderzoekbare vraag voor de leerlingen en studenten?
  • Hoe zorg je er voor dat je onderwijs als relevant wordt ervaren?
  • Hoe daag je leerlingen uit om verder te denken?
  • Hoe activeer en verbind je interesses van leerlingen met de lesstof?
  • Hoe kan een leerling of student ervaring opdoen met tegenslag en succes?

… door leerlingen te begeleiden in onderzoek opzetten en uitvoeren.

Wat houdt het in en waarom is het belangrijk?

Bij onderzoekend leren wordt een leerling of student aangemoedigd om het materiaal te verkennen, vragen te stellen en ideeën te delen. De kern van het onderzoekend leren is dan ook dat een leerling of student actief bezig is met het zoeken naar een antwoord op een onderzoekbare vraag, hiervoor observaties doet, gegevens analyseert, resultaten interpreteert en conclusies bediscussieerd. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van het proces zoals weergegeven in het schema hieronder. Dit stelt hen in staat om kennis op te bouwen door middel van exploratie, analyse en discussie.

Onderzoeken leren kent diverse vormen, van simpel tot complex, van begeleid tot zelfstandig, van voorgeschreven tot open. Er kan gebruik gemaakt worden van verschillende didactische vormen, waaronder samenwerken, discussievormen en begeleid onderzoek doen. In plaats van feiten en materiaal uit het hoofd te leren, leren de leerlingen al doende met en van elkaar. Onderzoekend leren kan daarmee in wezen een specifieke vorm van een hele taak worden die leerlingen en studenten kunnen ondernemen. Je kan alle leervragen beginnen met een onderzoekstaak, waarbij leerlingen of studenten een deel van de lesstof onderzoeken.

Het voordeel van (begeleid) onderzoekend leren is onder andere dat de leerlingen of studenten zelf actief bezig zijn met de concepten in een bepaalde context, nadenken over hoe je iets kan meten of onderzoeken, en dat interpreteren met wat ze al weten (hun voorkennis, of de literatuur, of een bronnen boek, zoals encyclopedie, Binas en woordenboek).

Vaak is een tegenwerping van onderzoekend leren dat het zo veel meer tijd kost dan de lesstof ‘gewoon’ uitleggen. En het klopt dat onderzoekend leren tijd kost, juist omdat leerlingen of studenten af en toe een verkeerde weg in slaan, daar zelf achter komen, op zoek gaan naar een andere weg en zo hun leerproces in eigen hand nemen. Onderzoekend leren heeft dan ook het voordeel dat een leerling of student de lesstof en concepten verwerkt, in contexten kan plaatsen en nieuwsgierigheid oproept. Doordat ze zelf actief bezig zijn met de concepten (theorie) en de praktijk (gegevens verzamelen), zullen de concepten verbonden worden met hun voorkennis en kunnen ze een bredere betekenis verlenen aan de lesstof. De verwachting  is dat die kennis daardoor langer beklijft en makkelijker overdraagbaar is naar andere schoolvakken en andere contexten.

Onderzoekend leren zorgt voor:

  • Activeren van relevante voorkennis en vaardigheden;
  • Een mentale kapstok die betekenis verleent aan de leerstof;
  • Creatief en kritisch denken;
  • Versterkt de intrinsieke motivatie, onder andere omdat de leerlingen meer autonomie ervaren bij het opstellen van onderzoeksvraag en methode;
  • Doorzettingsvermogen en succeservaring;
  • Dat leerlingen en studenten merken dat ze nu al in staat zijn om vernieuwende ideeën te hebben;
  • Dat leerlingen en studenten begrip krijgen hoe kennis ontstaat in hun vak(gebied).

Hieronder vind je van twee cursusvoorbeelden van de oude situatie en de nieuwe situatie. Deze nieuwe situaties hebben onderdelen van onderzoekend leren opgenomen in hun cursus.

Oude situatie casus Geschiedenis in het voortgezet onderwijs:

Een leraar Geschiedenis geeft eerst uitleg over typische symbolen in spotprenten, over het standpunt van de tekenaar, en de relatie met het tijdvak en de context waarin het is getekend. Op de toets zullen leerlingen enkele spotprenten voorgelegd krijgen en een analyse moeten maken van deze spotprenten. In de komende lessen wordt hiermee geoefend en zal de leraar iedere les een spotprentanalyse voordoen iedere keer uit een ander tijdvak. Leerlingen laten merken dat ze het analyseren van spotprenten lastig vinden omdat ze niet zo veel weten van die specifieke tijdperiodes. De toets wordt slecht gemaakt en de leraar verwijt de leerlingen niet kritisch te kunnen denken.

Nieuwe situatie casus Geschiedenis in het voortgezet onderwijs:

De leraar Geschiedenis start nu zijn les met het tonen van twee spotprenten waarvan een van Charlie Hebdo en een uit de tijd van de reformatie. Deze spotprenten geven met symbolen de tijdgeest en het debat weer in een specifieke context en tijd. De studenten wordt gevraagd om deze spotprenten te analyseren en hun interpretatie te rapporteren. Dit spotprentonderzoek wordt over een paar weken gepresenteerd aan elkaar in een posterformat. Deze les laat de leraar met een voorbeeld zien wat de elementen van een spotprentanalyse zijn. De tweede helft van deze eerste les krijgen de leerlingen de kans om groepjes van twee te vormen en een tijdvak en spotprent uit te zoeken en hun onderzoeksvraag te formuleren. In de komende lessen zal de leraar rondlopen en de mogelijkheid geven om korte instructie te vragen over onderdelen van spotprentanalyse. Dit doet hij niet klassikaal, maar in kleine groepjes.

Oude situatie casus Stadsecologie in het hoger onderwijs:

Het vak stadsecologie van de opleiding Biologie start met een college waarin de leraar de structuur van de hoorcolleges en werkgroepen uitlegt. De relatie met andere vakken zoals statistiek, chemie en biodiversiteit wordt uitgelegd en de leraar geeft aan dat deze voorkennis voorondersteld wordt. In het handboek voor Biologie van Campbell is alles te vinden, hoofdstukken moeten worden bestudeerd en het vak wordt afgesloten met een tentamen.

Nieuwe situatie casus Stadsecologie in het hoger onderwijs:

Het vak Stadsecologie bij de opleiding Biologie start met een introductiebijeenkomst met twee presentaties waarin student van vorig jaar hun onderzoeken presenteren over kortmossen (licheen) op de kadewanden van de Ouderijn. De leraar geeft aan dat in Leiden diverse nieuwe niet-onderzochte populaties te vinden zijn. En geeft daarna een korte instructie over het opzetten van ecologisch onderzoek. De studenten krijgen de opdracht om zelf een studie te doen naar een organisme in de stad Leiden. De eerste colleges zullen de studenten begeleiding krijgen op maat bij het formuleren van een onderzoeksvraag en het ontwerpen van hun studie. Aanpalend zijn er gastlezingen over ecologische studies in andere steden door studenten, promovendi en postdocs. Aan het einde van deze collegereeks wordt er een studentonderzoeksconferentie georganiseerd waarbij de stafleden van het onderzoeksinstituut en de studenten zelf de presentaties van beoordelen.

Praktische implicaties

Wij hebben praktische tools ontwikkeld voor het ontwerpen en geven van onderwijs waarin leerstof op een onderzoekende manier wordt behandeld. Het gaat dan zowel om onder begeleiding onderzoekend leren van leerlingen en studenten als voortgezette professionaliseringstrajecten waarin het (eigen) onderwijs wordt onderzocht in het kader van initiële en voortgaande docentprofessionalisering. Deze tools zijn voor meerdere onderwijseenheden geschikt: van les tot leerlijn

Ondersteunen en ontwikkeling van leerlingen

In dit onderzoek zijn op meerdere middelbare scholen leerlijnen, modules en beoordelingsvormen uitgewerkt hoe je leerlingen op havo en vwo kan begeleiding tot het zelfstandig doen van onderzoek, bijvoorbeeld voor hun profielwerkstuk.

Begeleiden van leren van leraren

Onderzoeker/ontwerper

Onderwijskundig leiderschap

Leergang onderwijskundig leiderschap

Wetenschappelijke publicaties

  • Hu, Y., van der Rijst, R. M., van Veen, K., & Verloop, N. (2019). Integrating research into language teaching: beliefs and perceptions of university teachers. Innovations in Education & Teaching International, 56(5), 594-604.

Internationally, universities and policy-makers are calling for stronger integration of research into teaching. However, it is unclear how to implement this in practice in different disciplinary areas and contexts. This study contributes to this understanding with a focus on language teaching in the Chinese context. We surveyed 152 university teachers regarding their beliefs about and their perceived actual integration of research in their teaching practice. The teachers highly valued integration of research in teaching in an ideal situation but perceived low integration of research into their actual teaching practice. This gap was smaller for teachers from research-intensive universities and for those who had more research experience and spent more than 25% of their work time on research. Other reasons for this gap included fixed curricula, heavy teaching tasks, lack of student motivation and difficulties reconciling integration of research into teaching with the institutional aim of improving students’ language proficiency.

  • Janssen, F.J.J.M., Vermeulen, M. & J.H. van Driel (2017) Leerprogressies voor bètadocenten. Ontwikkeling van expertise voor onderzoekend leren. Review studie. Leiden.
  • Janssen, F.J.J.M., Westbroek, H.B. & van Driel, J.H. (2014). How to make guided discovery learning practical for student teachers. Instructional Science, 42, 67-90.
  • Vereijken, M. W. C., van der Rijst, R. M, Dekker, F. W., & van Driel, J. H. (2020). Authentic research practices throughout the curriculum in medical education: student beliefs and perceptions. Innovations in Education & Teaching International, 57(5), 532-542.

Opportunities for students to participate in research practices promote student beliefs about the relevance of research for later work practices. Yet engaging undergraduates in learning activities that mirror the way in which research is used in practice settings is not that straightforward. This longitudinal study aims to assess the influence of authentic research practices in the learning environment on medical undergraduates’ perceptions of research and their beliefs about the relevance of research. In total, 947 students completed the Student Perceptions of Research Integration Questionnaire. Our findings suggest that research practices promote student motivation for research and foster the belief that research is relevant to learning. We suggest that to foster student learning about research, it is beneficial to include elements of professional practices that stimulate students’ enthusiasm for research and focus students’ attention on the way research findings are produced. Furthermore, implications are given for further research and teaching practice.

  • Visser-Wijnveen, G. J., van der Rijst, R. M., & van Driel, J. H. (2016). A questionnaire to capture students’ perceptions of research integration in their courses. Higher Education, 71,473-488.

Using a variety of research approaches and instruments, previous research has revealed what university students tend to see as benefits and disadvantages of the integration of research in teaching. In the present study, a questionnaire was developed on the basis of categorizations of the research–teaching nexus in the literature. The aim of the Student Perception of Research Integration Questionnaire (SPRIQ) is to determine the factors that capture the way students perceive research integration in their courses. The questionnaire was administered among 221 students from five different undergraduate courses at a research intensive university in The Netherlands. Data analysis revealed four factors regarding research integration: motivation, reflection, participation, and current research. These factors are correlated with students’ rating of the quality of the course and with their beliefs about the importance of research for their learning. Moreover, courses could be distinguished in terms of research intensiveness, from the student perspective, based on the above-mentioned factors. It is concluded that the SPRIQ helps to understand how students perceive research integration in specific courses and is a promising tool to give feedback to teachers and program managers who aim to strengthen links between research, teaching, and student learning.

Contactpersoon voor deze bouwsteen
Roeland van der Rijst